Belangrijke aanpassingen aan CBAM-verordening: impact op importeurs én logistieke ondernemingen
Bij Quadrant Advocaten merken we dat zowel Europese importeurs als havenbedrijven nog met heel wat vragen zitten over de CBAM-verordening en de manier waarop ze zich kunnen voorbereiden op de ingrijpende gevolgen ervan. Nu er bovendien recent belangrijke wijzigingen aan de verordening zijn gepubliceerd, zetten we hieronder enkele zaken op een rij.
Wat is de CBAM-verordening?
De CBAM-verordening (Carbon Border Adjustment Mechanism) is een Europese maatregel die beoogt de CO₂-uitstoot te corrigeren die vrijkomt bij de productie van bepaalde goederen buiten de EU, wanneer deze in de Europese Unie worden ingevoerd.
Het doel van CBAM is om gelijke concurrentievoorwaarden te waarborgen tussen Europese ondernemingen die onderworpen zijn aan strenge CO₂-regels en bedrijven buiten de EU waar dergelijke regels minder streng zijn. CBAM vormt een aanvulling op het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) en moet voorkomen dat productie verplaatst wordt naar landen met een minder ambitieus klimaatbeleid — een fenomeen dat bekendstaat als koolstoflekkage.
De verordening is van toepassing op specifieke productcategorieën, waaronder ijzer en staal, cement, meststoffen, aluminium, elektriciteit en waterstof. Importeurs van deze goederen zijn verplicht om de CO₂-uitstoot van de productie te rapporteren en zullen vanaf 1 januari 2026 ook een prijs moeten betalen voor deze uitstoot via CBAM-certificaten. Tijdens de huidige overgangsfase tot eind 2025 geldt enkel de rapportageverplichting.
CBAM maakt deel uit van het bredere ‘Fit for 55’-pakket van de EU, dat tot doel heeft de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met minstens 55% te verminderen.
Hoe zal een concrete “CBAM invoer” vanaf 1 januari 2026 verlopen?
Tijdens de overgangsperiode, die loopt tot en met 31 december 2025, moeten importeurs van CBAM-goederen elk kwartaal rapporteren over hun invoer, de ingebedde emissies en de eventueel betaalde koolstofprijzen in het land van herkomst.
De definitie van “importeur” is vastgelegd in de CBAM-verordening zelf. De rapportages kunnen online worden ingediend bij de Europese Commissie. Voor de eerste rapporteringsperiodes golden soepelere eisen.
Sinds 2025 kunnen importeurs en (indirecte) douanevertegenwoordigers in het CBAM-register de status van “toegelaten CBAM-aangever” aanvragen. Deze status is vanaf 1 januari 2026 verplicht om CBAM-goederen in de Europese Unie te mogen invoeren.
Om deze status te verkrijgen, moet men onder meer:
aantonen dat men voldoet aan de douanewetgeving;
beschikken over voldoende financiële draagkracht;
een vestiging in de EU hebben;
beschikken over een EORI-nummer.
Vanaf 2026 geldt dat importeurs die meer dan 50 ton aan CBAM-goederen naar de EU willen invoeren, erkend moeten zijn als CBAM-aangever, of gebruik moeten maken van een toegelaten indirect vertegenwoordiger. De douaneautoriteiten zullen bij de grens controleren of deze toelating aanwezig is. Zonder geldige erkenning worden de goederen niet vrijgegeven en kan een boete volgen.
Daarnaast gelden vanaf 2026 de volgende verplichtingen voor alle importeurs van CBAM-goederen:
Aankoop en indiening van CBAM-certificaten bij invoer;
Jaarlijkse CBAM-aangifte (uiterlijk op 31 mei) met gegevens over ingevoerde goederen en de bijbehorende emissies;
Bewaring van relevante administratie gedurende vier jaar.
Waarom de recente aanpassingen?
In november 2024 riep de Europese Raad op tot een ingrijpende vereenvoudiging van de CBAM-regelgeving, met als doel de regels duidelijker en werkbaarder te maken voor bedrijven.
Deze oproep leidde tot het zogenaamde “Omnibus I-pakket” van de Europese Commissie, waarover in september 2025 politieke overeenstemming werd bereikt. De daaropvolgende CBAM-vereenvoudigingsverordening trad officieel in werking op 20 oktober 2025.
Enkele kernwijzigingen op een rij
De bestaande waarde-vrijstelling wordt vervangen door een drempel van 50 ton per importeur per kalenderjaar. Deze drempel geldt onder meer voor ijzer en staal, aluminium, kunstmest en cement. Voor elektriciteit en waterstof geldt géén drempel.
De autoriteiten zullen actief toezicht houden en publieke lijsten publiceren van importeurs die de 50-tondrempel naderen. Pogingen tot ontwijking, zoals het kunstmatig opsplitsen van zendingen, worden streng gecontroleerd en kunnen leiden tot zware sancties.
Importeurs die verwachten de drempel te overschrijden, moeten tijdig een aanvraag indienen voor de status van geautoriseerd CBAM-aangever.
De deadline voor de jaarlijkse CBAM-aangifte en het inleveren van certificaten schuift op naar 30 september van het daaropvolgende kalenderjaar (voor het eerst in 2027). De verplichting om per kwartaal certificaten in te kopen wordt verlaagd naar 50% van de verwacht.
De sancties worden geharmoniseerd met het EU ETS-systeem en bedragen 100 EUR per ton niet-gedekte emissies, met proportionele vermindering voor beperkte administratieve fouten. Ook indirecte douanevertegenwoordigers kunnen, wanneer zij optreden als geautoriseerd aangever, aansprakelijk worden gesteld en gesanctioneerd.
...
Gevolgen voor logistieke bedrijven
Niet alleen importeurs, maar ook logistieke bedrijven zullen hun processen moeten aanpassen aan de strengere CBAM-regels. Een toegelaten CBAM-aangever – vaak een indirect douanevertegenwoordiger – is verplicht de relevante gegevens bij te houden die nodig zijn voor de berekening van emissies, zodat deze kunnen worden gecontroleerd door verificateurs en bevoegde autoriteiten. Deze gegevens moeten vier jaar worden bewaard na afloop van het betreffende kalenderjaar.
Het niet-naleven van de CBAM-regels kan leiden tot zware sancties. Net zoals bij gewone douaneformaliteiten blijft het van cruciaal belang om te weten van wie men instructies ontvangt, voor wie men optreedt, en welke garanties er bestaan indien zich problemen voordoen bij de toepassing van de CBAM-wetgeving.
Dezelfde aandachtspunten gelden niet alleen voor douanevertegenwoordigers, maar voor alle logistieke ondernemingen die instructies ontvangen om CBAM-aangiften te doen en deze taken (deels) laten uitvoeren door een douanevertegenwoordiger. De nood aan een strikt compliance- en KYC-beleid kan dan ook niet genoeg worden benadrukt.
Onduidelijkheden voor de inwerkingtreding
Veel belangenverenigingen blijven bezorgd over de CBAM-verplichtingen, zeker nu deze vanaf 2026 gepaard gaan met concrete financiële gevolgen.
Hoewel zij het werk dat reeds is verricht met het Omnibus I-pakket waarderen, evenals de inspanningen van de Europese Commissie om de naleving – met name voor kmo’s – te vereenvoudigen, benadrukken zij dat de administratieve lasten nog steeds aanzienlijk zijn. Zelfs tijdens de overgangsfase vormen de rapportage- en documentatieverplichtingen een extra belasting voor zowel kleine als grote ondernemingen.
Aangezien de reikwijdte van de CBAM-verordening naar verwachting verder zal worden uitgebreid, pleiten verschillende organisaties ervoor om verdere faciliterende maatregelen te voorzien die ondernemingen helpen bij de praktische uitvoering van hun verplichtingen.
Wilt u weten wat de CBAM-verordening specifiek voor uw organisatie betekent?
Quadrant Advocaten volgt de ontwikkelingen op de voet en adviseert u graag over de praktische en juridische consequenties voor zowel importeurs als havenbedrijven.